Van criminologiestudent naar een baan bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid, door Marlou Tibbe
Als oud-bestuurslid van het CNN kan ik natuurlijk niet achterblijven bij het schrijven van een blogpost. In deze blog vertel ik hoe ik terecht ben gekomen bij het Ministerie van JenV en wat ik daar doe.
Van 2015 tot 2020 heb ik criminologie gestudeerd aan de VU. Eerst de bachelor en daarna de master opsporingscriminologie. Wat ik ermee wilde worden? Geen idee. Toen ik afstudeerde, wist ik het eigenlijk nog steeds niet. Dan ontstaat er een soort van paniek en komen er existentiële vragen naar boven. Ik denk dat velen het wel zullen herkennen. Naast mijn studie heb ik af en toe wel wat extra's gedaan, maar vergeleken met anderen stelde dat meestal toch vrij weinig voor. Dat maakt het dan ook niet makkelijker bij de zoektocht naar een baan. Ik heb veel geluk gehad bij het vinden van mijn huidige baan. Vlak na mijn afstuderen kreeg ik bericht van mijn tweede scriptiebeoordelaar. Hij kende iemand bij JenV en hoorde dat ze daar op zoek waren naar een recent afgestudeerde criminoloog. Werkervaring was dus niet van belang. Dat is een heel uitzonderlijke situatie. Meestal wordt er immers werkervaring geëist in vacatures - en al helemaal bij JenV. Ik reageerde meteen dat ik hier wel interesse in had en een paar weken later had ik digitaal (want corona) een kennismakingsgesprek met twee mensen van JenV. Toch duurde het vanaf dat moment nog ruim een half jaar voordat ik kon starten. Er moest namelijk nog (volgens de procedures) een vacature worden opengesteld. Eerst intern binnen JenV en vervolgens extern. Dit betekende dus dat ik alsnog moest concurreren met vele anderen. Uiteraard had ik (denk ik) wel een streepje voor omdat de persoon van de VU mijn naam had doorgegeven aan JenV en ik al een gesprekje had gevoerd. Zo zie je maar dat je toch wat geluk nodig hebt.
Maar wat doe ik dan nu eigenlijk? Inmiddels werk ik ruim 1,5 jaar bij het directoraat-generaal 'ondermijning' (ook wel 'DGO' genoemd). JenV bestaat uit verschillende 'directoraten-generaal'. Een ingewikkelde term, maar het komt eigenlijk neer op een (vaak) grote afdeling die weer uit meerdere directies en afdelingen bestaat. DGO is echter een apart directoraat-generaal en bestaat formeel niet uit verschillende directies en afdelingen. Het is namelijk ingesteld als tijdelijk programma: kort gezegd is naar aanleiding van de moord op advocaat Derk Wiersum DGO opgericht. Als gevolg van die moord en de andere aanslagen die volgden, is er veel geld beschikbaar gekomen voor de aanpak van ondermijning (ik gebruik liever de term georganiseerde misdaad). Inmiddels werken er bij DGO zo'n 80 mensen aan beleid op het terrein van georganiseerde misdaad. DGO bestaat uit verschillende teams: zo houden sommigen zich bezig met criminele geldstromen, anderen met preventie en weer anderen met mainports. Zelf werk ik niet aan één onderwerp: mijn functie raakt vele thema's. Ik mag me namelijk bezig houden met verschillende activiteiten die als doel hebben beter gebruik te maken van wetenschappelijke kennis in het beleid. Klinkt misschien wat abstract (en niet zo spannend), maar het is een leuke en belangrijke functie vind ik zelf. Enerzijds houd ik me bezig met het uitzetten van onderzoek naar vraagstukken binnen georganiseerde misdaad waar we nog onvoldoende van weten. Dit houdt in dat ik niet zelf de onderzoeker ben, maar meedenk in het gehele proces tot de daadwerkelijke start van een onderzoek. Tevens heb ik in de begeleidingscommissie gezeten van een onderzoek. Hierbij houd je met een groepje de voortgang in de gaten, lees je mee op stukken en geef je advies. Na afronding van een onderzoek ligt er een rapport. Dit rapport belandt bij JenV. Wij moeten er iets mee. Afhankelijk van de uitkomsten bekijken we of het 'nuttig' genoeg is om er een beleidsreactie over te schrijven. Als dat zo is, schrijven we een brief aan de Tweede Kamer waar de bevindingen van het onderzoek in staan en wat we als JenV daarmee gaan doen.
Naast de 'onderzoekskant' houd ik mij bezig met het beter verspreiden van bestaande kennis. Dit wordt gedaan door het organiseren van bijeenkomsten voor zowel onze 'eigen' beleidsmedewerkers enerzijds en anderzijds worden er ook mensen (afhankelijk van thema, situatie, etc.) van buiten de beleidstoren uitgenodigd. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om mensen van de politie of andere uitvoeringsdiensten of wetenschappers. Ook heb ik onlangs een expertsessie voor onze minister georganiseerd over het onderwerp criminele geldstromen.
Bovenstaande zijn enkele voorbeelden van mijn werkzaamheden. Ik doe veel verschillende dingen, maar de link tussen beleid en wetenschap is vrijwel altijd aanwezig. Dat maakt dan ook dat ik vind dat ik veel aan mijn studie gehad heb en het leuk vind om op deze manier nog bij onderzoek betrokken te zijn, zonder dat ik zelf de onderzoeker ben (dat vind ik namelijk niet zo leuk). Ook leer je door dit werk heel veel mensen vanuit verschillende organisaties kennen.
Hoewel dit allemaal misschien heel rooskleurig lijkt, is het dat natuurlijk niet altijd. Er is namelijk sprake van veel politieke druk en bureaucratie. Dat maakt het werk niet altijd even leuk en makkelijk. Toch zit ik gezien mijn functie niet vaak in de (politieke) hectiek zoals veel van mijn collega's ervaren. Dat houd ik natuurlijk graag zo ;)
Mocht je dit lezen en nog studeren, dan zou ik graag mee willen geven: maak je niet te druk! Je hoeft niet meteen je droombaan te vinden en je komt (uiteindelijk) wel goed terecht. Leg jezelf niet te veel druk op. Je werk is 'slechts' een onderdeel van je leven; uiteindelijk zijn andere dingen toch belangrijker (cliché, maar waar)