U bent hier:

De rol van media bij ernstige misdrijven (Hans Faber)

12/05/2025

De rol van media bij ernstige misdrijven: steun en strijd voor nabestaanden

Wanneer een ernstig misdrijf plaatsvindt, barst vaak binnen enkele uren de media-aandacht los. Voor nabestaanden betekent dit niet alleen het verwerken van verlies, maar ook omgaan met journalisten, nieuwsberichten en publieke opinie. In dit spanningsveld biedt de stichting Namens de Familie steun. Deze stichting, onderdeel van Slachtofferhulp Nederland, helpt nabestaanden regie te houden over hun verhaal in een kwetsbare en vaak chaotische periode. Voor deze nieuwsbrief gingen we in gesprek met oprichter Hans Faber. In een schriftelijk interview deelt hij inzichten over de invloed van media, het belang van rust en autonomie voor nabestaanden, en wat er beter kan in de omgang van media, strafproces en beleid met deze vaak vergeten groep.

Waar staat Namens de Familie voor en welke rol spelen jullie in de nasleep van een ernstig misdrijf?
Namens de Familie staat nabestaanden van slachtoffers van ernstige misdrijven in hun omgang met media en publieke aandacht bij. Onze rol begint vaak al in de eerste dagen na een schokkende gebeurtenis, wanneer media-aandacht overweldigend kan zijn. Wij bieden strategisch advies, helpen bij woordvoering, treden op als contactpersoon voor journalisten en zorgen ervoor dat nabestaanden grip houden op hun verhaal. Ons doel is niet om nabestaanden 'in de media' te krijgen, evenmin om hun af te schermen voor journalisten, maar om hen bij te staan in het behouden van hun rust, privacy en autonomie. Namens de Familie is onderdeel van Slachtofferhulp Nederland.

Op welke manier raken media-aandacht en publieke opinie aan het welzijn van nabestaanden? De impact is vaak groter dan mensen beseffen. Media kunnen bijdragen aan rechtvaardigheid en bewustwording, maar ook aan hertraumatisering, polarisatie of ongewenste aandacht. In sommige zaken voelen nabestaanden zich geholpen door publieke steun; in andere worden ze juist slachtoffer van speculatie of framing. Het gevoel dat ‘de regie’ ontbreekt is schadelijk – en precies dat proberen wij te voorkomen.

Wanneer besluiten jullie om wel of juist niet mediaondersteuning te bieden in een zaak? Onze inzet is altijd op verzoek van nabestaanden en volledig vrijwillig. Soms is er veel media-aandacht en zien families door de bomen het bos niet meer – dan helpen wij met overzicht en afwegingen. Andere keren willen mensen volledig buiten de publiciteit blijven; ook dan ondersteunen we. Vaak is dat overigens niet realistisch. Dat leggen we dan uit. In alle gevallen staat het belang en het welzijn van nabestaanden daarmee niet gediend is. Hun welzijn staat altijd voorop.

Wat zijn de grootste uitdagingen voor nabestaanden wanneer zij met media te maken krijgen, bijvoorbeeld tijdens een lopend onderzoek of rechtszaak?
Media publiceren vaak sneller dan het rechtssysteem handelt. Dat kan voor verwarring zorgen, soms ook tot verkeerde beeldvorming en regelmatig om wantrouwen tegenover media. Ook scoringsdruk kan meespelen: hoe persoonlijker het verhaal, hoe groter de nieuwswaarde. Tegelijkertijd is het strafproces vaak beperkt tot de dader – media zijn dan soms de enige plek waar slachtoffers en nabestaanden hun verhaal kunnen vertellen.

Is er voldoende aandacht in het strafproces voor de impact van media op slachtoffers en nabestaanden?
Er is de afgelopen jaren veel verbeterd in slachtofferrechten en slachtofferhulp, maar in de juridische wereld wordt vaak onderschat hoe groot de druk van media op nabestaanden kan zijn. Daar ligt ruimte voor verbetering.

Welke veranderingen zouden jullie graag zien in de omgang met nabestaanden binnen media, het strafproces of beleid?
We pleiten ervoor dat de partijen die betrokken zijn bij het strafproces ook altijd rekening houden voor nabestaanden en hun wens grip te houden op regie in de communicatie en beeldvorming. Dat begint bij goede informatievoorziening, bijvoorbeeld door instanties, maar soms ook bij meer terughoudendheid in de media op het moment dat feiten nog niet bekend zijn. Journalisten zouden kritischer mogen zijn op de noodzaak om bepaalde beelden of privé-informatie te publiceren. Tegelijkertijd moeten beleidsmakers de rol van media in slachtofferschap en strafrecht serieus nemen. De media zijn geen bijzaak – ze vormen mede hoe we recht en onrecht beleven.